
1602 - 1800 Ceel- of zielsverkopers op het Suud.
Ronselaars voor de bemanning van VOC schepen. Zielverkopers, slaapbazen of volkshouders vond je in de zeventiende en achttiende eeuw in alle havensteden.


Zielverkopers, slaapbazen of volkshouders vond je in de zeventiende en achttiende eeuw in alle havensteden. Vaak waren het logementshoudsters. Een werkeloze en meestal berooide zeeman kon bij hen terecht voor voedsel en onderdak. De zielverkoopster regelde dat de zeeman op een VOC-schip kon aanmonsteren en als het nodig was, zorgde ze ook voor een scheepsuitrusting. De VOC-boekhouder stelde dan een schuldbekentenis op (een transportceel) waarin onder andere geregeld werd dat de VOC een gedeelte van zijn voorschot en gage aan de zielverkoopster betaalde.


Zij liep natuurlijk wel risico’s. Als de zeeman overleed of deserteerde, stopte de betaling en kon de zielsverkoopster naar haar geld fluiten. Maar ook voordat een schip vertrok, moest de volkshoudster oppassen. Als het schip waarop een zeeman aangemonsterd had dreigde te vertrekken, kon het wel eens gebeuren dat de gast van de zielverkoopster probeerde weg te lopen, haar achterlatend met een forse rekening en een waardeloze schuldbekentenis.


De vrouwen deden er natuurlijk alles aan om dit te voorkomen. Stevige vechtpartijen waren dan ook niet ongewoon. In het begin van de achttiende eeuw was er ene Catharina Mulder oftewel Noorse Catrij actief. Zij zat onder de littekens en haar collega Evelien Everts had tijdens een gevecht een groot gedeelte van haar gebit verloren. De vrouwen vochten vaak zelf en lieten zich assisteren door een echtgenoot, als die niet op zee zat, of andere potige familieleden.


Van Lappenburg, de echtgenoot van genoemde Catharina Mulder, was bekend dat hij twee geladen pistolen in het logement had. Hij kwam zeer regelmatig in aanraking met de schout. Samen met zijn vrouw, haar zus en hun eenogige dienstmeid terroriseerde hij de hele buurt.
De volkshouderijen bevonden zich natuurlijk in het havengebied. Rond 1720 bevond zich een tiental van deze logementen in de Dijkstraat, de Breedstraat, de Zuider Havendijk en de Kabeljouwstraat (halverwege de huidige Spoorstraat en de Drommedaris).