ca. 1600 - 1655 Enkhuizer zeehelden 3. Cornelis Jacobsz de Boer.

Jacob Cornelisz. de Boer, een van de Kapiteins op de Vloot die samen met Maarten Harpertsz. Tromp in 1639 de Spanjaarden een lesje leerde bij Duins. Een naam die niet onbekend was in de kringen van hen die eerder al heldhaftige daden hadden verricht.
Op een gedenkwaardige dag, 6 september 1643, tijdens een zeeslag vlakbij Livorno, onder leiding van Johan van Galen en in gezelschap van de Engelsen, vond De Boer zichzelf als Vice-Commandeur. Met het schip 'De Eendragt' beukte hij onverschrokken vooruit en ging het gevecht aan met de Engelse Admiral Richard Bodley, wiens schip 'De Paragon' met 54 metalen stukken was uitgerust. Het was een hevig gevecht waarbij zijn eigen schip zwaar gehavend raakte; de grote mast ging overboord en De Boer moest noodgedwongen het gevecht met de Admiral staken. Maar zelfs in die benarde situatie liet hij de moed niet zakken. Het Engelse fregat 'De Phenix', bewapend met 50 stukken en onder leiding van Kapitein John Watsworth, zag zijn kans en naderde snel, vol vertrouwen dat hij De Boer snel zou overmeesteren. Maar De Boer bood zo'n dapper verzet dat, na een half uur strijd, Kapitein Watsworth zich en zijn schip met bemanning aan De Boer moest overgeven. Wat een triomf!

Op 14 maart van het volgende jaar, opnieuw bij Livorno, toonde De Boer wederom zijn onverschrokkenheid en zeemanskunst. Samen met Kapiteins Roker en Bogaart veroverde hij, na een verbeten gevecht, de Vice-Admiraal Appleton op het schip 'De Luipaard'. Een schitterend schip, uitgerust met 50 metalen en 24 achthoekige koperen stukken, bemand door 230 moedige zielen. Appleton stond zijn mannetje, maar werd zo hevig aangevallen dat hij na vier uur vechten gedwongen was zich aan De Boer over te geven, met zijn schip en bemanning. Een heldhaftige overwinning!
Als beloning voor zijn uitzonderlijke moed werd De Boer later datzelfde jaar bevorderd tot Schout bij Nacht onder het College ter Admiraliteit van het Noorder Kwartier.
Op een later tijdstip leek hij zich te hebben gevestigd als burger in Enkhuizen; althans daar vond hij zijn laatste rustplaats in 1655, en op 22 augustus van dat jaar werd hij er begraven. Een indrukwekkend leven, vol gevaren en triomfen, dat de geschiedenis heeft verankerd in de annalen van de maritieme glorie.