Sluis & Groot, in het pakhuis

1940 - 1945. Hoe een zaadfirma verzet pleegde tijdens de Tweede Wereldoorlog

- De ‘N.V. Sluis en Groots Koninklijke Zaadteelt en Zaadhandel’ houdt waardevol zaad verborgen voor de Duitse bezetters.

Je collega vertrouwen

Bevel tot inverzekeringstelling Jan Spoelstra.
Bevel tot inverzekeringstelling Jan Spoelstra.

Al sinds zijn dertiende werkt Jan Spoelstra bij Sluis en Groot. Hij werkt zich op en wordt uiteindelijk pakhuismeester. Zijn naaste medewerker is Piet Trompetter en zij zijn twee handen op één buik.
Als pakhuismeester krijgt Spoelstra in de jaren ’40-’45 van één van de directeuren, N.S. Groot, regelmatig de opdracht om waardevolle zaden heimelijk onder te brengen in diverse pakhuizen in Bovenkarspel en Enkhuizen. Dit om te zorgen dat ze niet in Duitse handen zouden vallen. In totaal wist hij zo 200 ton zaden te verduisteren.
Maar in november 1942 lijkt het mis te gaan, Jan Spoelstra wordt opgepakt door de marechaussee van Venhuizen. Niet vanwege die zaden; de Duitsers vermoeden in eerste instantie dat er graan verduisterd wordt. Later blijkt het om clandestien uitgedeeld roggebrood te gaan. Spoelstra wordt twee dagen vastgehouden in het arrestantenlokaal van het gemeentehuis in Hoogkarspel. Dan blijkt hoe belangrijk het is om je collega te kunnen vertrouwen: Piet Trompetter heeft de tegenwoordigheid van geest om het bureau van Spoelstra leeg te halen en net op tijd belastende papieren over deze voedselvoorziening te vernietigen. De zaak loopt uiteindelijk met een sisser af. De Duitsers eisen van de directie een boete, die keurig betaald wordt. Jan Spoelstra heeft nooit meer over deze arrestatie gesproken. 

Voedingsmiddelen tegen spotprijzen

Jan Spoelstra.
Jan Spoelstra.

In 1948 moet Sluis en Groot zich verantwoorden voor haar reilen en zeilen tijdens de Tweede Wereldoorlog en maakt Jan Spoelstra hierover een rapport op. Uit dit rapport blijkt dat het niet alleen om roggebrood gaat. Personeel en gepensioneerde werknemers krijgen tijdens de bezettingsjaren olie, havermout, zout, tabak, bonen, kunstmest en brandhout. Op gehuurde grond verbouwt de firma tarwe waarvan 12.500 kg naar het personeel gaat. Groene erwten, kapucijners en aardappelen worden voor een spotprijs aan de werknemers aangeboden. En daar blijft het niet bij.
De illegaliteit ontvangt 10.000 kg oliezaad en 10.000 kg spinaziezaad. De Enkhuizer boot, de politie, het R.K. Gesticht, de Gereformeerde Diaconie, het ziekenhuis, de muloschool en nog vele andere instellingen worden allemaal voor een zeer zacht prijsje voorzien van bonen. Ook instellingen van buiten Enkhuizen worden niet vergeten. De spoorwegstakers, Radio Holland in Amsterdam, de Plantsoenendienst in Haarlem, allemaal ontvangen ze voor een spotprijs noodzakelijke voedingsmiddelen.
 Jan Spoelstra memoreert dat hij van de heer N.S. Groot de opdracht kreeg om naar eigen inzicht royaal de nood te lenigen mits de voedselvoorziening van het eigen personeel niet in gevaar komt. 

Zorg voor personeel

kantoor Sluis & Groot
Kantoor Sluis en Groot ca. 1900. Foto archief...
kantoor Sluis & Groot
Kantoor Sluis en Groot ca. 1900. Foto archief Oud Enkhuizen.

Naast de zorg om hun personeel qua voedsel zo goed mogelijk door de oorlog te helpen, probeert de directie ook te voorkomen dat hun personeel ingezet wordt voor diensten aan de Duitsers. Daarom werken er bij de firma veel meer mensen dan werkelijk nodig is, waaronder ook enkele onderduikers. ‘Met veel vertoon stellen wij ons teweer’, vertelt Spoelstra als hij een seintje van de directie krijgt dat de Duitsers er aan komen om te controleren hoe druk het in het bedrijf is. Opvallend is de eensgezindheid onder het personeel. In deze spannende periode blijkt men op elkaar te kunnen vertrouwen. Voor de paar medewerkers waar men twijfel over heeft, worden de daden van verzet verborgen gehouden. Paarden en wagens worden meermalen uitgeleend aan het verzet in de regio. Auto’s en fietsen van het personeel, evenals inboedels van gezinnen die moeten onderduiken, het wordt allemaal onder de vloeren van de pakhuizen verborgen. 

Verdwenen gegevens

In 1944 krijgt een zekere Pieter Koot, die ook bij Sluis en Groot werkt, opdracht van de Duitsers om te zorgen dat de telers die in Groningen, Friesland en Overijssel voor Sluis en Groot zaden telen, hun voorraden naar Duitsland sturen. Maar ook nu saboteert de directie de opdracht van de bezetter. Dokter Reitsma, arts te Enkhuizen, stelt een ziekteverklaring voor de heer Koot op. Zo worden er al drie weken gewonnen. In die tijd bezoekt de ‘zieke’ in het geniep alle telers en agenten en raadt hun aan het zaad te dorsen en de partijen in het geheim op te slaan. Hetgeen gebeurt. Koot duikt daarna succesvol onder, door Sluis en Groot voorzien van valse papieren.
 De directie informeert de Duitsers dat de heer Koot helaas van de aardbodem is verdwenen en gevreesd moet worden dat hij is opgepakt voor de ‘Arbeitseinsatz’. En met Pieter Koot verdwenen ook alle gegevens over telers en voorraden. 

Zaad van verzet

Dit zijn slechts een paar verhalen uit de geschiedenis van deze Enkhuizer firma die niet alleen groot blijkt in het telen van groentezaden, maar ook in het daad van verzet. De directie heeft zich onder zorgvolle en voor henzelf riskante omstandigheden onbaatzuchtig en meelevend betoond als ware Nederlanders.
 Jan Spoelstra werkt in totaal 50 jaar bij Sluis en Groot. Zijn jubilea worden altijd groots gevierd. Men is dankbaar voor wat hij tijdens de oorlog heeft gedaan. Een onderscheiding voor zijn daden weigert hij; ‘alle werknemers uit die tijd verdienen een onderscheiding, niet alleen ik’. Zo klinkt de bescheidenheid van een bijzonder mens.
 
 

Verantwoording

Dit artikel is enigszins aangepast overgenomen uit ’75 jaar Vrijheid’, een uitgave uit 2020 van de Gemeente Enkhuizen & het 4 en 5 mei anti-discriminatie comité Enkhuizen.