Fragment van De eerste stad...

1572 het verhaal van Enkhuizen | deel 3

Op 21 mei 1572 kwamen de burgers van Enkhuizen in verzet tegen het Spaansgezinde stadsbestuur. De soldaten van het stadsbestuur werden de stad uitgejaagd en de magistraat werd gevangen gezet. De Oranjevlag werd op de torens gehesen. Enkhuizen had gekozen voor de prins.

De eerste stad die voor de prins kiest.

Met de brug tussen de masten.

Engelse toren.
Jacob Dirksz Brouwer jaagt de Spaansgezinde burgerij de...
Engelse toren.
Jacob Dirksz Brouwer jaagt de Spaansgezinde burgerij de Engelse toren uit.

De Geuzen hadden eerder voor de haven van Enkhuizen een oorlogsschip tot zinken gebracht. De burgemeesters wilden de regering schadeloosstellen met het schip van de Enkhuizer poorter Herman Windelsz. Maar toen het schip door de openstaande brug de haven uit zou varen, liet de eigenaar, geholpen door een stel burgers, snel de brug zakken. De tweemaster kwam daarmee vast te zitten met de brug tussen de masten. Een vendel soldaten, dat door de magistraat in dienst was genomen, trachtte het schip van Windelsz uit zijn merkwaardige positie te bevrijden. 
Cornelis Jansz Brouwer, gewapend met een groot slagzwaard op zijn schouder, tezamen met zijn twee neven Jacob Dirksz en Jan Dirksz Brouwer, beiden bewapend met een musket, stelde alles in het werk om dit te beletten.
Er ontstond weer een rel met een burgemeester, die de soldaten sommeerde het schip alsnog door de brug te halen. Cornelis Brouwer antwoordde dat wanneer zij dat zouden doen, ze het met hun leven zouden bekopen. 
Intussen stroomde het hele Zuiderspui en de Dijk vol met mensen. Een van de soldaten maakte nog aanstalten om op de Brouwers te schieten, maar kreeg onmiddellijk te horen dat hij dan een mes tussen zijn ribben zou krijgen. De burgemeesters trokken zich terug op het stadhuis en ontboden dringend hun schutters. 
Dirck Jansz Brouwer gaf de stadsomroeper Huibert Wegersz opdracht om te roepen dat iedereen die de koning (Filips II dus) én Oranje lief had met een geweer naar het Noorder- of Zuiderspui moest komen. Officieel had hij moeten omroepen in naam van de koning en de burgemeesters, maar waarschijnlijk had hij wat geld gekregen om ook de naam Oranje erbij te noemen. Wegersz ging zelfs pal voor het stadhuis staan, waardoor een van de burgemeesters in het stadhuis nog dacht dat het allemaal wel meeviel, omdat hij hoorde dat in naam van de koning omgeroepen werd. De man kon zich niet voorstellen dat de trommelslager Oranje en Filips II in één adem noemde. Maar zijn collega-burgemeesters verzamelden snel hun schutters en stelden ze op voor het stadhuis. 
Ondertussen stelde Pieter Buyskes zijn mannen op bij het Noorderspui, Jacob Dirksz bij het Zuiderspui en Dirk Brouwer bij de Blauwpoort.
Jacob Dirksz Brouwer nam de Engelse toren in, waarbij hij weer een paar kanonnen veroverde. De kanonnen werden op wagens geladen en vanuit een drietal strategische posities in de stad, het Noorderspui, het Zuiderspui en de Blauwpoort, trok de menigte op naar het stadhuis.

De eerste stad die voor de prins kiest.

Het oude stadhuis van Enkhuizen.
Het oude stadhuis van Enkhuizen.
Het oude stadhuis van Enkhuizen.
Het oude stadhuis van Enkhuizen.

Een aantal vrouwen trachtten bloedvergieten te voorkomen. Dirk Brouwer schreeuwde tegen de vrouwen: ‘Ga weg, ga naar huis, want wat wij op straat vinden, zullen wij aanpakken.’ De vrouwen sloegen op de vlucht en de weg naar het stadhuis was vrij. Langzamerhand naderden de opstandelingen het stadhuis, totdat ze zo dicht bij de schutters waren dat ze elkaar wit van de ogen zagen. Jan Frederiksz Flutske richtte zijn geweer op een van de fanatiekste katholieken, Albert Reinertsz, drukte af, maar miste. 
De schutters hadden er genoeg van, ze zagen van alle kanten burgers op zich afkomen met musketten en de kanonnen klaar om te schieten en vluchtten halsoverkop de stad in. De burgemeesters gooiden de deur van het stadhuis dicht en vluchtten de zolder op. Dirck Brouwer schoot met zijn kanon op de deur en ramde deze vervolgens open. De burgemeesters en de magistraat werden tussen de hanenbalken vandaan gehaald en opgesloten in de dodencel van de oude Keetenpoort (de huidige Drommedaris). 
Op die 21ste mei hesen de burgers de Oranjevlag op de toren en de poorten en verklaarden zich voor de prins en tegen Alva.

Willem van Oranje in Enkhuizen.
Op 20 oktober 1572 zet Willem van Oranje...
Willem van Oranje in Enkhuizen.
Op 20 oktober 1572 zet Willem van Oranje in Enkhuizen voor het eerst voet aan wal in de Noordelijke Nederlanden. Op De Dijk wordt hij door Pieter Buyskens en een uitzinnige menigte warm onthaald.

François Maelson

Door de moord op Willem van Oranje op 10 juli 1584 ontstond een machtsvacuüm in de opstandige gewesten. De oorspronkelijke koning Filips II had men in 1581 al officieel afgezworen. Maurits, de zoon van Willem, was nog maar 17. Zijn oudste broer zat gevangen in Spanje. De Staten-Generaal, met de vertegenwoordigers van alle opstandige gewesten, durfden nog niet zelf de soevereiniteit op zich te nemen. Ze benoemden een Raad van State die als een voorlopige regering moest dienen en op zoek moest naar een soeverein. In deze zevenkoppige Raad van State zat één Enkhuizer: Dr. François Maelson. 
Francois Maelson had medicijnen gestudeerd maar was na de opstand in 1572 in de politiek gegaan. Hij kwam uit een familie met aanzien, zijn broers waren burgemeester en schepen geweest. Hun achternaam was Maekschoon en waarom François zijn naam veranderde in Maelson is niet duidelijk.
Maelson was succesvol als politicus. Hij werd vertegenwoordiger van Enkhuizen in de machtige Staten van Holland. Als zodanig was hij lid van heel veel commissies. In 1575 nam hij deel aan geheime besprekingen met koningin Elizabeth van Engeland. Hij bemiddelde bij een conflict tussen Amsterdam en de Staten. In 1581 wilde Willem van Oranje de Franse hertog Anjou de soevereiniteit van de Nederlanden aanbieden. Samen met Van Oldenbarnevelt begroette Maelson de hertog bij zijn aankomst in de Nederlanden. Het plan van Oranje mislukte overigens.
In 1582 moesten de garnizoenen in Hoorn, Medemblik en Enkhuizen versterkt worden. Het is weer Maelson die dat regelt en er voor zorgt dat Sonoy, de gouverneur van West-Friesland, meer soldaten tot zijn beschikking kreeg.
Na het mislukken van de missie van Anjou zat Maelson ook weer in de commissie die er naar streeft Willem van Oranje Graaf van de Nederlanden te maken. De band tussen Maelson en de Oranjes was sterk. Maelson was zelfs getuige bij de doop van Frederik Hendrik.
Na de moord op Willem van Oranje ging de Raad van State, waar Maelson zoals gezegd deel van uitmaakte, op zoek naar een nieuwe soeverein. Ze vroegen de graaf van Leicester, vertrouweling van Elizabeth van Engeland, maar zijn poging om soeverein van de Nederlanden te worden liep bijna op een burgeroorlog uit. Leicester wilde een sterke centraal bestuurde staat. De regenten wilden dat de vertegenwoordigers van de steden de baas bleven. Maurits en Van Oldenbarnevelt steunden de regenten. Maelson bevond zich in het kamp van de regenten en de Oranjes. Leicester vertrok met de staart tussen de benen. Zijn vertrouweling in West-Friesland, Sonoy, volgde hem naar Engeland.
Uiteindelijk besloten de Staten-Generaal om zelf het land te gaan besturen.
Het streven van Maelson, gesteund door Hoorn, Medemblik en Enkhuizen, om van West-Friesland een zelfstandig gewest te maken mislukte door tegenwerking van de andere Hollandse steden.

Maelson.
Dr. François Maelson.
Maelson.
Dr. François Maelson.

De Kroniek van Enkhuizen is mogelijk gemaakt door …

Sponsor Syngenta