Boedelinventaris.

Het dagelijks leven

Een notaris beschrijft de inboedel van een woning in de zeventiende eeuw. Eind van de negentiende eeuw kreeg Enkhuizen vele zaadbedrijven.

De boedelinventaris.

Woonhuizen in de zeventiende eeuw

Als je een woning binnenkwam, stapte je vanaf de straat zo het voorhuis in. Dat was vaak een werkplaats of een winkel. Het was een hoge ruimte met veel glas zodat er veel licht binnen kwam. Achter het voorhuis was de binnenhaard. In die binnenhaard speelde het gezinsleven zich af. Het was een lage ruimte, erboven was een opkamer die of verwarmd werd door de warmte uit de binnenhaard of een eigen schouw had. Ook die opkamer had vaak een privé karakter, maar het kon ook zijn dat de heer des huizes daar zijn ‘comptoir’, zijn kantoor, had. In de binnenhaard werd ook gekookt. Pas laat in de zeventiende eeuw kwamen er aparte keukens. Slaapkamers ontstonden in de achttiende eeuw. De zeventiende eeuwer sliep in een bedstede in de binnenhaard of in de opkamer. De gang als verbindend element tussen allerlei kamers werd pas laat in de zeventiende eeuw mode. Voor die tijd liep je van ruimte naar ruimte.
Als een van de echtelieden kwam te overlijden en er waren niet-volwassen kinderen moest er een boedelinventaris opgesteld worden. Een notaris liep dan door het hele huis en schreef nauwkeurig op wat er in welke kamer aanwezig was. Zo’n inventaris geeft natuurlijk een prachtig beeld van het wonen in de zeventiende en achttiende eeuw.
De boekdrukker Jan Jansz Pottjen jr. bijvoorbeeld woonde op het Zuiderspui. Zijn weduwe Antje Willems liet in 1697 een boedelinventaris opstellen. In het voorhuis was zijn bedrijf: “De boekbinders winckel versien met Boeken papier en pennen mitsgaders de boekbinders gereedtschappen en verdere appendenten en dependenten van dienin”. 

“Klapmuts”
“Klapmuts”, kom met bloeiende planten bij een rots....
“Klapmuts”
“Klapmuts”, kom met bloeiende planten bij een rots. foto collectie Rijksmuseum Amsterdam.

In de binnenhaard bevond zich veel serviesgoed zoals porseleinen schotels, clapmutzen (een soort kommetje) kopjes en fruitschaaltjes.Er stond ook meubilair zoals een tafeltje, twee zwarte stoelen en een zoogstoel, er was een bed, waarschijnlijk bedoelt de notaris een bedstede met hoofdkussens en dekens.Bij het bed hing een ‘Japanse rock’, een ochtend jas. Bij de schouw was een tang en een asbezem. Het was een modern huis want het had al een keuken, met, apart vermeld, een tinnen bedwarmer! 
 In de opkamer stond een Zaanse pronkkast met allerlei soorten textiel, een linnenpers en een kinderbedje. In deze kamer werd ook het zilver van de familie bewaard: zowel munten als bestek. 

Asbezem en haardtang
Asbezem en haardtang, foto collectie Rijksmuseum Amsterdam.
Asbezem en haardtang
Asbezem en haardtang, foto collectie Rijksmuseum Amsterdam.

Notaris Cornelis Tjallis maakte in 1650 een inventaris op van de overleden Reijnier Jansz die woonde in de Peckelsteiger. Alleen al de hoeveelheid textiel van het gezin van Reijnier Jansz geeft een indruk van hun welstand. 
 In een kast vond de notaris:
 twee swarte mans packen
 twee swarte mantels
 een paer gebreide swart kousen
 een swarte vilthoede
 twee huicken
 twee swarte swarte cleden
 een swart schooteldoek
 een vrouwe manteltje
 een schort
 drie bruine schoteldoecken
 een root scharlaecken wollen hemdt
 twintig cussens sloopjes
 vijff servetten
 drije handt doecens, noch ene
 een puellu laeckens
 twee witte wollen hembden
 een witte borst rock
 drije kinder mans mutsen
 drije tafellaeckens
 vier witte mans broecken noch een
 een linen schort.
 In een oosterse kist, waren nog:
 Acht slaeplaeckens
 Elff nieuwe mans hemden
 Thien nieuwe vrouwe hemden, noch drije daegelijxs
 En noch wat rommelinghe
 En dan was er nog een hoorense kist
 met allerlei herenkleding, zoals een
 aantal zwart lakense pakken.

De zaadhandel

kantoor Sluis & Groot
Kantoor Sluis en Groot ca. 1900. Foto archief...
kantoor Sluis & Groot
Kantoor Sluis en Groot ca. 1900. Foto archief Oud Enkhuizen.
Sluis & Groot, op de bouwerij
Sluis & Groot, op de bouwerij, foto collectie...
Sluis & Groot, op de bouwerij
Sluis & Groot, op de bouwerij, foto collectie Oud Enkhuizen.

Het kweken van groentezaden als handelsproduct is in West-Friesland begonnen. Vooral de polder Het Grootslag, tussen Hoorn en Enkhuizen, bleek ideaal voor de tuinbouw, zeker toen men de grondwaterstand in deze polder goed onder controle kreeg. Stoomgemalen in Andijk en Broekerhaven vervingen na 1870 de dertien windmolens die Het Grootslag rijk was. De polder zag niet meer groen van het grasland van de veeboeren, maar zwart van de tuinbouwgrond. 

Sluis & Groot, op de Tuinstraat
Sluis & Groot, op de Tuinstraat, foto collectie...
Sluis & Groot, op de Tuinstraat
Sluis & Groot, op de Tuinstraat, foto collectie Oud Enkhuizen.

Een aantal bedrijven specialiseerde zich in de zaadhandel. Nanne Jansz Groot (1771 – 1855) uit Andijk was een van de eersten. Aanvankelijk verkocht hij veel groentezaden via de zogenaamde lapjespoepen, vaak Duitse markramers die met textiel langs de huizen trokken. Ze namen ook zijn zakjes groentezaden mee. Veel van Groots familieleden stapten ook in de zaadhandel. De naam Groot maar ook de namen van zijn schoonzonen Sluis en Vriend zijn nog steeds bekende namen in de zaadwereld. Ze verkochten de zaden van bijvoorbeeld kool, sla, uien, peterselie en spinazie. 

Sluis & Groot, in de polder
Sluis & Groot, in de polder, foto collectie...
Sluis & Groot, in de polder
Sluis & Groot, in de polder, foto collectie Oud Enkhuizen.

Na een aantal jaren verhuisden veel zaadbedrijven naar Enkhuizen. De firma ‘Sluis en Groot’ was in 1867 de eerste, daarna volgden andere firma’s zoals de ‘Gebroeders Sluis’ en de ‘Gebroeders Vis’. Enkhuizen was aantrekkelijk door de goede infrastructuur, de stad had goede (veer-) bootverbindingen en na 1859 een telegraafverbinding.  

Sluis & Groot, bloemzaad klaarmakerij
Sluis & Groot, bloemzaad klaarmakerij, foto collectie Oud...
Sluis & Groot, bloemzaad klaarmakerij
Sluis & Groot, bloemzaad klaarmakerij, foto collectie Oud Enkhuizen.

In 1885 kreeg Enkhuizen zelfs aansluiting op het spoorwegnet. Door de economische malaise in de achttiende en negentiende eeuw waren hele stadswijken gesloopt. De grond bleek uitstekend geschikt voor de zaadteelt. De firma’s groeiden uit tot grote bedrijven die met de hele wereld zaken deden. Inmiddels zijn de bedrijven onderdeel van grote multinationals geworden.

Sluis & Groot, in het pakhuis
Sluis & Groot, in het pakhuis, foto collectie...
Sluis & Groot, in het pakhuis
Sluis & Groot, in het pakhuis, foto collectie Oud Enkhuizen.

De omgeving van Enkhuizen heet inmiddels ‘Seed Valley’, om de internationale positie van de zaadindustrie in dit gebied te benadrukken.

De Kroniek van Enkhuizen is mogelijk gemaakt door …