Vertalen

De Noorderpoort en het Giethuis.

Nijverheid

Enkhuizen was in het begin van de zeventiende eeuw zo rijk dat zij haar eigen geschutgieterij kon oprichten. In 1949 besloot de gemeenteraad Enkhuizen uit te breiden met een stadswijk ten noorden van de stad. In 1955 kwamen de eerste bewoners.

Het Giethuis.

De Noorderpoort en het Giethuis.
De Noorderpoort en het Giethuis, gezien in zuidelijke...
De Noorderpoort en het Giethuis.
De Noorderpoort en het Giethuis, gezien in zuidelijke richting, Noord Hollands Archief.

Bijna trots vermeldt de kroniekschrijver Sebastiaan Centen (1690 – 1756) dat Enkhuizen zo rijk was dat zij haar eigen geschutgieterij kon oprichten.
De stad was in het begin van de zeventiende eeuw, inderdaad rijk, maar de geschutgieterij kwam er ook op aandringen van de stadhouder Prins Maurits. Onder zijn leiding werd het leger en de vloot gereorganiseerd. 
De Nederlandse marine werd nu bestuurd door vijf Admiraliteiten, die elk een eigen scheepswerf en hun eigen geschutgieterij moesten hebben. Na het gebruikelijke gesteggel tussen de Westfriese steden werd besloten dat Enkhuizen de gieterij van het Noorderkwartier binnen zijn muren kreeg. Overigens werden er in de giethuizen ook klokken en vijzels gegoten.

Geschut- en klokgieterij te Enkhuizen, anno 1614.
Geschut- en klokgieterij te Enkhuizen, anno 1614, Noord...
Geschut- en klokgieterij te Enkhuizen, anno 1614.
Geschut- en klokgieterij te Enkhuizen, anno 1614, Noord Hollands Archief.

Het gieten van de bronzen kanonnen gebeurde onder leiding van een meestergieter. Dat waren mannen met veel aanzien. Zij behoorden tot de regenten van de stad. Hun vakkennis hielden ze angstvallig geheim, de kennis moest binnen hun families blijven. Daardoor ontstonden er dynastieën van meestergieters die generatieslang actief bleven. De familie Wegewaert, Crans en Splinter zijn daar goede Enkhuizer voorbeelden van. 
 In 1663 sterft bijvoorbeeld de meestergieter Anthony Wilkes, zijn weduwe zet het bedrijf voort. Het zal geen verbazing wekken dat haar eigen naam Wolterken Wegewaert was.
Een zeer bekende meestergieter uit Enkhuizen was Jan Verbruggen (Enkhuizen 1712 – Londen 1781). Hij was behalve bronsgieter ook schilder en tekenaar. In het Oude Weeshuis zijn nog steeds schoorsteenstukken van zijn hand te bewonderen. Natuurlijk kwam hij uit de regentenklasse, hij was ook schepen en voogd van het weeshuis. Van 1746 tot 1755 was hij meestergieter in Enkhuizen, daarna werd hij meestergieter in Den Haag, bij de Nationale Zware Geschutgieterij. Hij kon het daar niet met zijn collega’s vinden en in 1770 werd hij meestergieter in het Koninklijk Arsenaal in Woolwich, vlakbij Londen.  Zijn horizontale boormachine, eigenlijk de eerste metaaldraaibank wordt in Engeland nog steeds gezien als een van de belangrijke stappen op weg naar de Industriële Revolutie.
In de loop van de zeventiende eeuw namen gietijzeren kanonnen de plaats in van de bronzen kanonnen. Die nieuwe kanonnen kwamen uit Zweden, waar de Nederlander De Geer een enorme wapenindustrie opgericht had.
In de achttiende eeuw werd er in de gieterij in Enkhuizen nog een enkel klein kanon gegoten voor gebruik op de oorlogsschepen. Gietijzeren kanonnen konden niet in de buurt van het kompas gezet worden omdat ze de werking van het kompas verstoorden.
Uiteindelijk is er in 1795 een einde aan de bronsgieterij gekomen. Het gebouw werd een marine-hospitaal, vandaar dat een nabijgelegen grasveld nog steeds het Matrozen- of Bonkenkerkhof heet, maar werd uiteindelijk in 1819 gesloopt. Nu is de ingang van de Algemene Begraafplaats op de plaats van het Giethuis.

Plan Noord

De eerste werkzaamheden voor de aanleg van de Gerrit Stapelstraat.
De eerste werkzaamheden voor de aanleg van de...
De eerste werkzaamheden voor de aanleg van de Gerrit Stapelstraat.
De eerste werkzaamheden voor de aanleg van de Gerrit Stapelstraat, foto collectie Oud Enkhuizen.

Op 6 mei 1949 besprak de Gemeenteraad in een besloten zitting een belangrijk agendapunt. Voor het eerst sinds de 16de eeuw waren er plannen om de stad uit te breiden. Ten noorden van de stad moest een nieuwbouwwijk komen. In eerste instantie aarzelde de raad. 
 De PvdA had liever ‘hun’ Kooizandplan. Dat plan ging ten koste van een stukje IJsselmeer. Dat was niet zo erg als de plannen van B&W, die ten koste gingen van kostbare landbouwgrond en dus van werkgelegenheid. Anderen wilden de stadsuitbreiding aan het Wersteinde, maar daar maakte burgemeester Haspels korte metten mee. ‘Den Haag’ vond de daar gevestigde bedrijven Sluis en Sluis en Groot zo belangrijk dat daar geen sprake van kon zijn.
De Raad ging akkoord, met de tegenstem van het ARP-raadslid Vis. Zijn zaadveredelingsbedrijf lag in het gebied waar de huizen zouden moeten komen.

Het nog landelijke Plan Noord. Op de achtergrond de Violenstraat.
Het nog landelijke Plan Noord. Op de achtergrond...
Het nog landelijke Plan Noord. Op de achtergrond de Violenstraat.
Het nog landelijke Plan Noord. Op de achtergrond de Violenstraat, foto collectie Oud Enkhuizen, Bedijs 1963.

Er lag wel meer in de weg, de sportverenigingen Dindua en West-Frisia hadden daar hun velden net zoals de HBS. En tenslotte was er ook de gemeentereiniging, waar de vele poeptonnetjes die nog in de stad gebruikt werden, werden geleegd en schoongemaakt. Tenslotte was er ook de provincie die bij monde van mejuffrouw ir. E. van der Ban wilde dat er een groenstrook tussen de Vest en de huizen zou komen, het zogenaamde Schootsveld. 
Maar de (woning)nood was hoog. Driehonderd urgente woningzoekenden had de gemeente ingeschreven op een inwonertal van 10.000. Het zouden mooie woningen worden met een geiser, een lavet en bij elk huis een tuin. Behalve voor de etagewoningen aan de Asterstraat natuurlijk.

Plan Noord met op de achtergrond de Noorderdijk.
Plan Noord met op de achtergrond de Noorderdijk,...
Plan Noord met op de achtergrond de Noorderdijk.
Plan Noord met op de achtergrond de Noorderdijk, foto collectie Oud Enkhuizen.

In 1955 konden de eerste bewoners hun nieuwe huizen betrekken. Gek genoeg waren die eerste bewoners geen Enkhuizers, die keken eerst de kat uit de boom. Ze wilden niet in ‘Nova Zembla’ wonen, hoorde men zeggen. Je kon er alleen maar via de Noorderweg komen, en dat was wel erg ver van het oude Enkhuizen, vonden ze. Uiteraard draaide dat later bij.

De Kroniek van Enkhuizen is mogelijk gemaakt door …